Ca d’Oro, een van de mooiste palazzi aan het Canal Grande

Het Ca’ d’Oro, het gouden huis. het is een van de ruim 170 statige stadshuizen ofwel palazzi die langs het Canal Grande staan. Vaak schitterende huizen, bekleed met marmer, beelden en balkons en loggia’s die de rijkdom van de eigenaars moesten benadrukken. Was Ca’ d’Oro werkelijk met goud bekleed of was haar bijnaam overdrachtelijk bedoeld. Waren de marmeren tondo’s op de gevels ooit verguld geweest of hadden er misschien echte gouden schilden aan de muur gehangen? Wie zal het zeggen. Feit is dat ook zonder goud, de gevel van Ca’ d’Oro een van de mooiste van het Canal Grande is.

Tegenwoordig is het Ca’ d’Oro een museum, Galleria Giorgio Franchetti, genoemd naar de laatste eigenaar die de villa vermaakte aan de stad Venetië die van het huis een museum maakte waar de kunstcollectie van Franchetti getoond wordt. Daarmee krijg je bij een bezoek aan het huis naast het huis zelf, dat al een bezoek waard is, ook nog eens een topcollectie kunst te zien.

Hoogtepunt blijft het huis zelf en het schitterende uitzicht op de hoofdstraat van de stad, het vier kilometer lange kanaal dat als een slang door de stad kronkelt. Kom je via het water aan bij Ca’ d’Oro dan wordt je verwelkomd door de schitterende gevel aan waterzijde. Een gevel die vooral opvalt door de dubbele galerij op de eerste en de tweede verdieping die als kantwerk is opengewerkt met een viertal gotische vierpassen. Een opmerkelijke asymmetrische gevel met de open loggia’s links en de gesloten gevel rechts, slechts onderbroken door een vierkant raam met aan weerszijde een balkon met de oosters aandoende raamvenster. Opmerkelijk maar waarschijnlijk eerder het gevolg van het mislukken van de aankoop van grond aan linkerzijde dan bedoeld. Hoe indrukwekkend zou dit gebouw wel niet geweest zijn wanneer de gallerijen het centrale deel hadden gevormd met aan weerszijde een zijvleugel? Het mocht niet zo zijn, maar ook met slechts één vleugel aan rechterzijde en een haast frivool aandoende daklijst van kleine en grotere pinakels, was duidelijk: hier woonde een man met geld en status.

Die eerste bewoner was dan ook niemand minder dan de procurator van de stad, Marino Contarini. Telg van een van de meest belangrijke families van de stad, de Contarini’s die meerdere Dogen leverden. Toch was het uiteindelijk zijn vele jaren jongere bruid Soramador Zeno, die als bruidsschat het familiepaleis palazzo Zen aan het Canal Grande inbracht. Na haar dood besloot Contarini het gebouw te slopen en er een nieuw huis te laten bouwen. Marino vroeg daarvoor in 1434 de Milanese architect Raverti en een jaar later ook nog de architecten Giovanni en Bartolomeo Bon om een palazzo te ontwerpen. Zowel Raverti als de gebroeders Bon waren op dat moment veelgevraagde en succesvolle bouwers met als beroemdste project het Dogenpaleis.

Het is dan ook geen toeval dat juist de galerijen een grote gelijkenis vertonen met die van het Dogenpaleis, een verwijzing die nogmaals de status van de eigenaar moest onderstrepen. Uiteindelijk bleef het palazzo, dat in Venetiaans dialect trouwens een ca’ ofwel casa is, in tot aan de kleinzonen van Marino in handen van de Contarini familie, daarna wisselde Ca’ d’Oro vele malen van eigenaar.

De laatste eigenaar Franchetti verfraaide het huis niet alleen met zijn kunstcollectie, ook de structuur van het huis, dat in de loop der eeuwen danig was veranderd en in steeds slechtere conditie kwam te verkeren, werd weer in oude luister hersteld. Wie tegenwoordig de binnenplaats van het palazzo betreedt, wordt dan ook ontvangen in een ruimte van louter superlatieven. Een schitterende marmeren mozaïekvloer, fraai met roze en wit bekleedde wanden en een marmeren waterput die nog een origineel werk van Bartolomeo Bon is! Daarnaast telt de kunstcollectie ook tal van topwerken waaronder de Heilige Sebastiaan van Mantegna en diverse fragmenten van fresco’s van Titiaan, beeldhouwwerken van Bernini.