Sicilië. Een eiland zo groot als Nederland maar zo divers dat je er weken rond kan reizen en telkens andere landschappen, steden en culturen zal aantreffen. Al door de Grieken, Romeinen en Carthagers gekoloniseerd, heeft het Noorden in de middeleeuwen een sterke invloed ondergaan van de Arabieren. In het zuiden van Sicilië hebben de Spanjaarden in de tijd van de barok  juist weer een groot stempel op het eiland gedrukt. Niet alleen afwisselend en rijk op het gebied van kunst en cultuur. Sicilië heeft ook een rijke culinaire traditie. Daarnaast staat het eiland natuurlijk bekend om de actieve vulkaan de Etna. Een ruim 3000 meter hoog gebergte waar in de winter geskied wordt. Op de door lava vruchtbare landbouwgronden , wordt uitstekende Etna wijn geproduceerd. Het Barokke zuiden telt prachtige steden als Noto, Ragusa en het kleinere Scili. Steden die in enorme kloven, tegen de hellingen opgebouwd zijn. Een wonderlijk landschap met half verborgen steden. Rond Sicilië zijn meerder eilanden groepen te vinden: ten Noord-Oosten de Eolische eilanden met de actieve vulkanen Stromboli en Vulcano. Of in het westen, de Egadische eiland met vlak voor de kust van Trapani onder meer het lieflijke Marettimo en Favignana. En ten noorden Ustica, een van de allereerste beschermde onderwaterparken van Italië.