Napels en de kunst van de kerststal
Elke dag Kerstmis.
Wie ooit een bezoek aan Napels heeft gebracht, is ongetwijfeld in het centro storico geweest. Het oude gedeelte waar ooit, in de tijd van de Romeinen en Grieken, het oude Neapolis lag. Een zeer levendige volkswijk, overal straten met wapperend wasgoed, kleine winkeltjes met duizend en een dingen te koop die met veel theater en misbaar aan de man gebracht worden. Een van de meest bekende straatjes hier is ongetwijfeld de Via San Gregorio Armeno, de straat van de kerststallen. Een smal straatje waar zij aan zij winkeltjes en werkplaatsen liggen die allen één ding gemeen hebben: ze verkopen en maken kerststallen!
Het hele jaar rond wordt hier aan kerst gedaan: variërend van losse figuurtjes tot hele constructies, vindt je hier een uitbarsting van creativiteit en soms wanstaltigheid bijeen. Want hier beperkt men zich niet tot de geijkte stalopstelling met Jozef, Maria, kindje Jezus, herders, engelen, eventueel aangevuld met de drie koningen. Ook hedendaagse personages zoals de nog altijd in Napels geliefde Maradona, filmsterren en beroemde politici, zijn hier als kerstattribuut verkrijgbaar. Een beroemd politicus of artiest hoeft maar een bezoek aan de stad te hebben gebracht of hij verschijnt weldra als kerststal poppetje in de Via San Gregorio. Zo is dit jaar zanger Bruce Springsteen, die afgelopen zomer tijdens een concert uitriep een echte jongen van deze streek te zijn, een MUST in de stal. Maar ook Berlusconi, die tegenwoordig een Napolitaanse verloofde heeft, is favoriet hoewel de nieuwste koploper waarschijnlijk il Papa Francesco zal zijn.
Deze opvatting van de kerststal waarin ook plaats is voor actuele elementen, is onderdeel van een eeuwenoude kerststal traditie in Napels die al haast 1000 jaar oud is! Al in 1025 werd bijvoorbeeld melding gemaakt van een kerststal in de Santa Maria del Presepe. Een andere bron uit 1340 vermeld dat de toenmalige echtgenote van de Anjou vorst die het in Napels voor het zeggen had, een kerststal cadeau deed aan de Clarissen voor in hun nieuwe kloosterkerk.
Bestond een kerstgroep aanvankelijk alleen uit Jozef, Maria en kind. Langzamerhand breidde het gezelschap zich uit met een of meerdere engelen. Naar verluidt was het niemand minder dan de heilige Fransiscus die in de 13de eeuw voor het eerst het kerstverhaal in een heuse stal situeerde en het gebeuren zo invoelbaar maakte voor de gewone man. Zo evolueerde de kerststal steeds meer en werd de stal langzamerhand een stal op een berg, een landschap. Wat hierin opviel, was de vorm die de kerststal vaak had: sterk lijkend op een Griekse tempelruïne. Niet toevallig, want met het gebruik van deze heidens, Griekse tempelvorm, wilde men de overwinning van het Christelijke geloof op het heidense uitdrukken.
Een andere, technische ontwikkeling betrof de kerstfiguren. Hoewel deze in de oudste versies eigenlijk ‘gewone’, levensgrote beelden waren, meestal van hout en volledig beschilderd, werd het formaat steeds kleiner. Een regelrechte innovatie bracht de kunstenaar Michele Perrone in 1640, die alleen het hoofd en de ledematen nog van hout maakte, verbindingen en de romp werd een uitgevoerd met een kern van ijzerdraad omwonden met stof, zodat de poppen nu allerlei houdingen konden aannemen en zelfs konden zitten. Nog altijd was de stal voorbehouden aan kerkelijke instellingen en aan adelijke personen. Een hobby voor welgestelden waarvoor beeldhouwers, professionele meubelmakers, schilders, kleermakers, smeden en elk denkbaar beroep werd ingeschakeld.
Uiteindelijk was er eind 17de, begin 18de eeuw sprake van een ware beroepsgroep die zich in Napels louter bezighield met het vervaardigen van stallen. Van lieverlee werden er ook vaste regels geformuleerd: het poppenlijf van een herder mat 35 centimeter, handen en voeten waren van hout, de ogen van glas, hoofd en nek van terracotta. Het was in dezelfde periode dat de kerststal zich uitbreidde met personages en beroepen uit het dagelijkse leven en de stal een compleet dorpje werd. Ook de Spaanse koning Karel van Bourbon was een fervent kerststal liefhebber en toen hij in 1759 de troon in Spanje besteeg, nam hij uit Napels een groep kerststal kunstenaars en handwerkslieden mee. Daarmee verspreidde de kerststal traditie zich in geheel Europa.
Maar ondanks deze verspreiding zijn de mooiste kerststallen nog altijd in Napels te vinden. Enorme bouwwerken, zoals de beroemde stal van het Santa Chiara klooster, waar je een beeld krijgt van het alledaagse leven uit de 18de eeuw. Ook de traditie van de kerststal thuis, is nog altijd springlevend, getuige de Via San Gregorio Armeno die het hele jaar actief is.
Als Napels zou moeten kiezen tussen stal of kerstboom, dan moge de keuze duidelijk zijn. Want, zoals de uit Napels afkomstige filosoof en schrijver Luciano De Crescenzo het fraai verwoordde: er zijn twee soorten mensen, het boom- en het staltype, de alberisti en de presepisti. Het eerste type is het snelle type, van het uiterlijk vertoon, het schitterende resultaat. Het staltype is de slow variant, de levensgenieter die al het hele jaar plezier heeft in het bedenken hoe de stal gaat worden. In dat verlengde is de boom pas mooi als hij opgetuigd is, de stal is al mooi bij de geachte eraan.