De Etna en haar vele gezichten

Er is geen ontkomen aan. Wie ooit in Noord Sicilië is geweest, kan het beamen. Overal doemen de contouren van de Etna op. Soms in de verte als een schim, dan weer griezelig dichtbij. Een imposante aanwezigheid die de horizon bepaalt en met slierten rook uit de top, niets aan duidelijkheid te wensen overlaat: dit is geen gewone berg, dit is een vulkaan!

Het begint eigenlijk al, als je de buitenwijken van de stad Catania uitrijdt. Wat zijn die hoge, donkere aardlagen langs de weg? Met roffelige randen, intens zwart, openbrekend in schuimachtig grijs. Lavagolven zijn het die tot vlakbij het wegdek tot stilstand zijn gekomen! Vaak al bedekt voor een groene toplaag, is het het zichtbare bewijs dat er niet te spotten valt met deze vulkaan. Een vuur en lava spuwende berg, die zijn tentakels helemaal tot aan de stad aan zee uitstrekt, als hij daar zin in heeft.

En zin heeft de Etna! Wie de energie heeft om helemaal tot de top te klimmen, een serieuze hike bergopwaarts van vele uren, die je eigenlijk maar beter alleen onder leiding van een gids kan doen, wordt rijkelijk beloond. Roodgloeiende lava kolkt in de diepte van de krater, rookwolken dampen hemelwaarts, de aarde onder je voeten letterlijk heet, de wereld om je heen veranderd in een wijds maanlandschap van bruinen en zwarten.

De eerste keer dat ik, met gezin, de Etna bezocht deden we dat in etappes. Allereerst hadden we in onze onschuld bedacht, dat we met de auto naar de vulkaan zouden rijden. Wat bleek, de weg was deels weggeslagen, overruled door de vulkaan. Maar niet alleen de weg naar het basisstation van de Vulkanologische dienst, die de berg constant in de gaten houdt, was versperd. Ook de liften naar een hoger niveau waren omver geduwd en buiten werking. De tocht per auto hield dus al snel op op de lagere regionen van de vulkaan. Evengoed indrukwekkend, grijs en uitgestrekt. Maar de top lonkte.

Gelukkig was er een alternatief voor de lift – vervoer in grote terreinwagens op hoge wielen die je weer een niveau hoger brachten tot waar het basisstation was. Vanaf dit punt was het mogelijk om te voet verder te gaan, al dan niet onder leiding van een gids. Voor de laatste optie kozen wij en wandelden door het grijze zand achter een enthousiaste bioloog aan die ons naar een oude krater leidde. Blij met onze dichte schoenen en windjacks. Want, wat herinner ik me er nu, jaren later nog van? De ijzige, harde wind die woei wanneer je langs de rand van een krater liep. Het onwaarschijnlijk mooie contrast van de zwarte aarde en intens groene plantjes die er groeiden. Het geel, paars en roodbruin van de hellingen. En natuurlijk het eitje dat werd gekookt door het in een ondiep kuiltje te leggen.

Sindsdien ben ik nog regelmatig terug gegaan naar de Etna. Zo herinner ik me de verhalen van een andere gids, die vertelde dat mensen die op de flanken van de Etna wonen, met zeer grote regelmaat hun terrasjes moeten schrobben en eigenlijk altijd leven met een laag grijze stof die, tijdens een uitbarsting pas echt ernstig wordt. Van een andere keer herinner ik me de tocht in het binnenste van een lavalaag nog levendig. Een verscholen gat in de grond, gewoon in de berm van de weg. Omlaag moesten we kruipen, door door  smalle opening omlaag, gewapend met helm en zaklantaarn. Om uit te komen in lange, ondergrondse tunnel, die honderden meters langs was, gevormd door een luchtbel in de lavalaag. Een bijzondere ervaring, maar je moet geen last van claustrofobie hebben!

En natuurlijk de vele bezoeken aan wijngaarden waar de Etna DOC wordt geproduceerd. Simpelweg door het volgen van de bordjes van de Strada dell’Etna, een route langs allerlei wijnhuizen die door het consortium van de Vini dell’Etna in het leven is geroepen. Sommige wijnhuizen hebben het professioneel aangepakt en bieden je een rondleiding door de wijnkelders, een proeverij en aansluitend een lunch. Bij andere, kleine wijnboertjes wordt je gewoon op het erf ontvangen en wordt je mee genomen door de wijngaarden. Soms met een lunch, een proeverij, een bezoek aan de plaatselijke imker. Maar altijd is er het enthousiasme en het vriendelijk ontvangst. En heerlijk eten, want de Etna levert louter topproducten.

Pistache noten bijvoorbeeld. Buiten Italië weinig bekend, maar de aller, allerlekkerste pistache noten komen van Sicilië, uit het plaatsje Bronte om precies te zijn. Een klein, onooglijk gehucht op de noordflanken van de Etna gelegen. Hier hebben ze de pistache bomen ooit op fortuinlijke wijze veredeld en geënt, wat tot een topkwaliteit noten heeft geleid, heerlijk zacht van smaak. Maar helaas, uitbreiden van het aantal bomen is er niet bij waardoor de productie bescheiden blijft en een waar groen goud is geworden.

Voor de mensen zelf die op de vruchtbare flanken van de Etna wonen, is de berg zegen en dreiging tegelijk. Al eeuwenlang is men gewend te leven met het grillige karakter van de vulkaan die geeft en neemt. Om de zoveel tijd, is er weer een grote uitbarsting en golven de lavastromen de berg af, een spoor van verwoesting achterlatend. Om in ieder geval het gedrag van de vulkaan te begrijpen en liefst te kunnen voorspellen, is de Etna daardoor een van de meest intensief bestudeerde en gedocumenteerde vulkanen te wereld geworden. Vierentwintig uur per dag gemonitord zodat bij het minst of geringste gevaar de berg wordt afgesloten en indien nodig mensen geëvacueerd.

Hoewel nog altijd een natuurfenomeen dat je zeker niet moet onderschatten, is de Etna tegelijkertijd een toeristische bestemming van formaat geworden. Lopend, fietsend, te paard, met een quad, vliegend of zwevend in de lucht – hoe je de Etna ook bedwingt, de vulkaan is altijd weer spectaculair.  ‘s Zomers een koele plek waar je je op de maan waant, ‘s winters een uitzonderlijk ski-oord. Immers, de hoogte van de Etna geeft al vroeg in het najaar de eerste sneeuw. En skiën op deze berg is dan ook een belevenis op zich: uitzicht op de blauwe zee rondom met tegelijkertijd rookpluimen uit de top.

Ik herinner me een van de laatste bezoeken nog goed: we vertrokken vanuit een zonovergoten Taormina om een uur later richting, voorbij het stadje Zafferano verder omhoog, in dikke mist te belanden. Sneeuw en een ijzige wind wachtten ons bij het basisstation. Gelukkig was er het bergchalet-achtig restaurant waar de open haard brandde. Geduld en een glas Etna Doc later, trok de mist op en konden we alsnog de wonderlijke wereld van de Etna gaan verkennen.